a. het bevorderen van cultuur, welzijn, sport, activiteiten en social omgang in de breedste zin des woords; b. het bevorderen van participatie op de onder a genoemde gebieden; c. een bijdrage leveren aan het bevorderen van de leefbaarheid van de samenleving door het stimuleren van activiteiten op het gebied van sociale innovatie, sociale cohesie en participatie van individuen, groepen en delen van de samenleving; d. het stimuleren en ondersteunen van initiatieven op het vlak van sociale innovatie en participatie en sociale cohesie; e. het verrichten van alle verdere handelingen, die met het bovenstaande in de ruimste zin verband houden of daartoe bevorderlijk kunnen zijn.